Werden betekenis duits

Maurer / Lehrer / Präsident werden - metselaar / leraar / president worden Was willst du später einmal werden? - Wat wil je later worden? Was soll nur aus dir werden, wenn du nicht lernst? - Wat moet er nu van jou worden als je niets leert?. Concluderend, werden en wurden zijn belangrijke werkwoorden in de Duitse taal die essentieel zijn om correct te kunnen communiceren over tijd en verandering. Door deze regels en voorbeelden te volgen, kun je beginnen met het correct gebruiken van deze werkwoorden in je dagelijkse Duitse gesprekken.

Werden betekenis duits Vervoeging van het werkwoord "werden" in de Konjunktiv II in het Duits. De Konjunktiv II wordt hoofdzakelijk gebruikt om het onechte uit de drukken in het Duits. Deze tijd wordt niet vaak gebruikt.

Werden

Clear online presentation of the verb 'werden' including all verb forms. Therfore, the flection of the verb werden can be useful for homework, tests, exams, German lessons in school, learning German, during studies and adult education. Learn the meaning, pronunciation, conjugation and usage of the German verb werden, which can mean to become, to happen, to form, or to be. Compare with Dutch and Middle Dutch forms of werden.

Werden Learn how to use the infinitive verb 'werden' (to become) in different tenses and moods in German. See the present tense conjugations, the pronouns, and the grammar concepts behind 'werden'.

Worden verleden tijd

Leer hoe het werkwoord worden wordt vervoegd in de verschillende tijden en modi. Bekijk de tabellen met de onbepaalde, gebiedende, aantonende en voltooid wijs in de enkelvoud en meervoud. Voltooid verleden tijd (vvt) ik was geworden jij was geworden hij was geworden wij waren geworden jullie waren geworden zij waren geworden: Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt) ik zal worden jij zult worden hij zal worden wij zullen worden jullie zullen worden zij zullen worden: Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt).

Worden verleden tijd ik word, jij wordt, u wordt, hij wordt, wij worden bij inversie: word ik, wat wordt je broer, wordt u, wordt hij bij inversie met je/jij als onderwerp: wat word je, wat word jij; gebiedende wijs: word maar eens flink boos; ik werd, jij werd, u werd, hij werd, wij werden; ik ben geworden.

Duitse grammatica

Uitleg Duitse naamvallen Uitleg Duitse werkwoorden Uitleg Duitse bijvoeglijke naamwoorden Uitleg voornaamwoorden persoonlijk, bezittelijk, vragend, betrekkelijk Meervoudsvorming zelfstandig naamwoord Oefeningen Duitse grammatica. Overzicht Duitse Grammatica (extra tips) Hieronder staan de hoofdregels voor Duits met extra leertips. Let wel: er is bijna altijd een uitzondering te vinden. Dat is echter niet het onderwerp van deze pagina! Zie voor zelfcorrectie van eigen schriftelijke teksten helemaal onderaan. Werkwoorden. Sterke werkwoorden.

Duitse grammatica Fun, feiten, opzoeken, oefenen – Sinds alles over Duitse taal en cultuur voor leerlingen en leraren.

Zijn verleden tijd

Leer hoe het werkwoord zijn wordt vervoegd in de verleden tijd van de enkelvoud en de meervoud. Bekijk de tabellen met de vormen van zijn in de aanvoegende en de voltooid deelwoord wijs. Leer hoe je het werkwoord zijn vervoegt in de Nederlandse taal. Bekijk de tabellen met de verschillende tijdvormen, zoals de onvoltooid verleden tijd (ott) en de voltooid verleden tijd (vtt). Zijn verleden tijd zijn geweest: zijn geweest: Voltooid Verleden Tijd (Past Perfect) was geweest: was geweest: was geweest: waren geweest: waren geweest: waren geweest: Onvoltooid Tegenwoordige Toekomende Tijd (Future Simple) zal zijn: zult zijn: zal zijn: zullen zijn: zullen zijn: zullen zijn: Voltooid Tegenwoordige Toekomende Tijd (Future Perfect) zal geweest.