Synoniem onderscheiden betekenis

Wat niet van dezelfde soort is. Wil men aanduiden, dat er zeer vele of wel alle soorten vertegenwoordigd zijn, dan gebruikt men allerlei of allerhande; om te kennen te geven, dat er van vele soorten sprake is, bezigt men velerlei, velerhande; is er van niet weinige soorten sprake, dan gebruikt men onderscheiden en het minder sterke verscheiden. der·schei·den Vervoegingen: onderscheidde ( enkelv.) Vervoegingen: heeft ~ () 1) als verschillend zien en beoordelen Voorbeeld: 'twee soorten kamelen onderscheiden, namelijk met één en met twee bulten' 2) waarnemen. Synoniem onderscheiden betekenis Bekijk de betekenis van onderscheiden, uitgelegd met behulp van 5 definities, diverse voorbeeldzinnen en synoniemen. De jongeman moet worden geprezen.
synoniem onderscheiden betekenis

Differentiatie

The meaning of DIFFERENTIATE is to obtain the mathematical derivative of. How to use differentiate in a sentence. DIFFERENTIATE definition: 1. to show or find the difference between things that are compared: 2. to make someone or. Learn more.
Differentiatie biedt 25 verschillende definities van het woord differentiatie, afkomstig uit diverse bronnen. Differentiatie kan betekenen: proces van ontwikkeling, onderscheid maken, variëteit, verfijning, verscheidenheid, of bedrijfskolom.
differentiatie

Kenmerk

KENMERK - English translation of KENMERK from Dutch from the Dutch-English Dictionary - Cambridge Dictionary. kenmerk nw het: typicality n (characteristic quality) kenmerk nw het: eigenaardigheid nw de: typische eigenschap bn+nw de: markings npl (identifying marks or pattern) kenmerk nw het: markeringen nw mv: hallmark n: figurative (distinctive characteristic) waarmerk, kenmerk nw het: stempel nw de/het: Good research is the hallmark of great. Kenmerk Kenmerk translated from Dutch to English including synonyms, definitions, and related words.
kenmerk

Uitsteken

uitsteken - English translation of uitsteken from Dutch from the Dutch-English Dictionary - Cambridge Dictionary. uitsteken 1> terwijl men met de slaggaard of peilstok de waterdiepte peilt, een vaarwater uitvaren. 2> bij het rondbreiën een groter aantal mazen per rondgang breiën. Ook meerderen, heften, heffen en uitzetten genoemd.
  • Uitsteken Conjugation of uitsteken (strong class 4, separable) infinitive: uitsteken: past singular: stak uit: past participle: uitgestoken: infinitive: uitsteken: gerund: uitsteken n: main clause subordinate clause; present tense past tense present tense past tense; 1st person singular: steek uit: stak uit: uitsteek: uitstak: 2nd person sing. steekt uit.
  • uitsteken

    Apart

    Learn how to use apart and a part correctly with definitions, examples, and quizzes. Apart is an adverb meaning separated, while a part is a noun meaning a piece or segment. Learn the meaning and usage of the word apart as an adverb and an adjective, with synonyms, example sentences, word history, and related phrases. Find out how to distinguish apart from a part and other words with similar meanings.
  • Apart Apart is an adverb meaning separation, and a part is a noun meaning a fraction or a role. Avoid confusing them with examples and tips from Grammarly.
  • apart